Towards the Wellbeing Economy: Implications for Public, Environmental  and Financial PolicyDe wereld heeft te maken met meerdere significante problemen. Het meest acute probleem zijn de gevolgen van de covid-19 pandemie en de daaruit voortvloeiende sociaaleconomische crisis. Echter, er zijn velen andere problemen waar we al lange tijd mee te maken hebben. Zoals klimaatverandering, toenemende ongelijkheid, financiële instabiliteit, verlies van biodiversiteit, toenemende onzekerheid en stress op de arbeidsmarkt, groeiende machtsconcentraties en het niet duurzame grondstoffenverbruik.

De economie is in vele opzichten het centrale domein van deze problematiek. Ten gevolge hiervan is er een groeiend bewustzijn dat het huidige economische paradigma fundamenteel hervormd dient te worden om de huidige mankementen op te lossen. Dit heeft ertoe geleid dat verscheidende denktanks en instituties, zoals de OESO, beargumenteren dat er een transitie nodig is om los te komen van het huidige neoliberalisme waarbij winstmaximalisatie centraal staat. Tegelijkertijd is er ook een groeiende groep landen en organisaties die zich hebben aangesloten bij de zogeheten Wellbeing Economy Alliance. In deze zienswijze staat het welzijn van alle levende wezens alsmede de planeet zelf in het epicentrum van de economie en is de maatschappij democratischer georganiseerd. Het gaat hier dus om een verschuiving van ideeën en macht.

De verschuiving in ideeën is gerelateerd aan hoe we nadenken over de creatie en behoud van waarde. Momenteel wordt succes vooral gerelateerd aan korte termijn winst, waarbij het BBP op macrolevel leidend is en de kwartaalcijfers op microlevel de dienst uitmaken. In de welzijnseconomie gaat het om lange termijn waarde creatie waarin ecologische en sociale aspecten zijn meegenomen. Landen krijgen zodoende een nieuwe set aan indicatoren en bedrijven zouden het integrale rapporteren omarmen. Binnen het nieuwe paradigma draait het dus niet langer louter om de groei van het BBP, maar om de duurzame creatie en behoud van waarde. Deze waarde kan subjectief, materieel, relationeel en ecologisch van aard zijn.

De verschuiving in macht is ervoor bedoeld om onze samenleving democratisch te laten functioneren. Onderzoek laat zien dat landen, zoals de VS, Duitsland en Nederland en internationale organisaties (e.g. EU) niet democratisch zijn in de zin dat beleid geen reflectie is van de behoeftes van het volk. Zakelijke belangengroepen, hoogopgeleiden en kapitaalkrachtigen zijn wel in staat om hun belangen te verwezenlijken via beleid. Dankzij het gebrek aan échte democratie is het huidige beleid een reflectie van een machtsongelijkheid in plaats van dat het algemene welzijn van alle burgers voorop stelt en in nog mindere mate rekening houdt met toekomstige generaties en de natuur. Om tot een welzijnseconomie te komen is het nodig dat burgers meer macht krijgen, zodat politiek beleid meer op iedereen is afgestemd. Op basis van deze gedachtegang zouden lokale, nationale en regionale overheidsinstellingen en bedrijven moeten experimenteren met een burgerberaad. In deze raad kunnen willekeurig gekozen, representatieve, burgers  samenkomen om het over het beleid te hebben waarbij ze geïnformeerd en ondersteund worden door experts per beleidsstuk. Daarnaast kan de economie meer democratisch worden door het promoten en versterken van meer economische organisaties zoals burgerlijke organisaties, coöperaties en sociale ondernemingen.

Naast een exploratie van het effect van deze paradigmaverschuiving op de economie kijken we in dit rapport naar de volgende drie gebieden; (1) de publieke sector, (2) ecologisch beleid en (3) de financiële sector.

1. Implicaties voor de Publieke Sector

Als we kijken naar de publieke sector betekent een paradigmaverschuiving de herwaardering van deze sector, waarbij we erkennen dat deze sector waarde toevoegt en innovaties teweeg brengt. De rol van de staat zou dus niet langer slechts het faciliteren en organiseren van de markt zijn, maar ook een actieve rol nemen in het behalen van het welzijn van haar burgers en om democratisch gekozen missies te realiseren. In tegenstelling tot het neoliberale gedachtegoed leiden privatisering en marktwerking vaak niet meer tot hogere efficiëntie, maar leidt het vaak tot meer problemen in termen van gelijkheid en veerkracht. Daarom moeten we voorzichtiger zijn met dit gedachtegoed en voormalige beslissingen terugdraaien.

Het respect voor werknemers in de publieke sector is gedaald de afgelopen decennia, maar de coronacrisis heeft duidelijk gemaakt dat veel van deze banen essentieel zijn in onze samenleving en voor ons welzijn. Empirische studies tonen aan dat deze essentiële publieke werknemers onderbetaald zijn in vergelijking met wat zij toevoegen aan de maatschappij. Hogere lonen voor deze groep is daarom niet alleen eerlijk, maar het ook efficiënt aangezien het deze banen aantrekkelijker maakt.

De afgelopen decennia zijn gekarakteriseerd door een zwakkere welvaartsstaat die burgers, en voornamelijk economisch kwetsbare, onzekerheid heeft gebracht. Om het welzijn van iedereen beter te waarborgen is het nodig om deze welvaartsstaat te vernieuwen en om innovatieve ideeën zoals een baangarantie, uitgebreide onvoorwaardelijke basale dienstverlening voor burgers en minder bestraffende en beperkende inkomensversterking middels toeslagen als een recht serieus te nemen.

2. Implicaties voor Ecologisch Beleid

Voor het ecologisch beleid heeft de paradigmaverschuiving tot gevolg dat het ons uitdaagt om de manier waarop machtsstructuren het huidige beleidsmakingsproces domineert die een sociaal eerlijke transitie voorkomt te veranderen. Té lang hebben we gezien dat het debat in verschillende beleidsscholen compromissen voorkomt, zodat er geen pragmatische besluiten zijn genomen. We hebben ook gefaald om verschillende perspectieven over maatschappelijk geaccepteerde waardes te integreren, zoals democratie, gelijkheid en machtsdistributie. Aangezien klimaatverandering de manier waarop we onze samenleving inrichten zal uitdagen zal de toekomst van ecologisch beleid politiek-veerkrachtiger, democratischer en sociaal rechtvaardiger moeten worden.

Voorbeelden van soortgelijk beleid bevat ecologische subsidie- en belastingregels die verder gaan dan alleen koolstofdioxide (e.g. vervuiling, extractieve sectoren). Hierin wordt de winst actief verdeeld als een dividend. Het omvat ook een actieve vorm van coördinatie en financiering middels overheidsinvesteringen gericht op sociaal beleid voor de industrie.

Het laatste voorbeeld is om innovatie gedreven door gebruikers te koesteren, door een ‘prosumer’ economie te omarmen. Hierin stimuleer je energie autonomie terwijl je de transitie naar circulaire economie stimuleert.

3. Implicaties voor de Financiële Sector

In de financiële sector is het voornaamste doel om de machtsstructuur te veranderen. Momenteel is het financiële systeem namelijk te dominant en te groot. Financiële instituties zijn hierin vaak te groot om in te storten en de reële economie staat ten dienste van de financiële sector in plaats van andersom. De financiële sector heeft een leven op zichzelf gekregen vanwege het ontbreken van een publiek anker en een tekortkoming in fundamentele structurele hervormingen. Hierdoor is er inefficiëntie wet- en regelgeving. Om de veranderingen in de échte wereld te realiseren die we graag willen is een transitie nodig naar een ondersteunende en faciliterende financiële sector. Dit kan middels vier zaken gebeuren:

  1. Allereerst moeten we de manier waarop geld wordt gecreëerd veranderen. Vanuit een privaat, winst gedreven model, naar een vorm van publieke geldcreatie waarin geld schuld- en rente vrij in circulatie wordt gebracht.
  2. Ten tweede is er een gecoördineerde ‘debt jubilee’ nodig om de huidige schuldenniveau’s te herstellen. Na dit jubileum zijn er preventieve maatregelen nodig die nieuwe onhoudbare schulden voorkomen.
  3. Ten derde is er meer diversiteit in het financiële systeem nodig om macht beter te verdelen en om alle vormen van kredietaanvragen te dienen. Een publieke infrastructuur voor betalingen, als alternatief voor het huidige private bankenmodel, is hierbij een voorwaarde.
  4. Tot slot, om ongewenste neveneffecten te krijgen van complexe financiële producten, moet per product aangetoond kunnen worden op welke manier het bijdraagt aan de maatschappij voordat deze op de markt kunnen komen.

Om tot de eerder genoemde paradigmaverschuiving te komen zijn er veranderingen in ideeën en in machtsverhoudingen nodig. Dit rapport draagt bij aan de groeiende literatuur die zich focust op het veranderen van de manier van denken over de economie. Maar naast gesprekken is er ook actie nodig. Speciale belangengroepen zijn te lang in staat geweest om hervormingen te blokkeren dit zouden leiden naar een duurzame, sociale en stabiele economie. Daarom roepen wij burgers, bedrijven, de media, nationale overheden en de Europese Unie op om actie te nemen die ons helpen om de transitie naar een welzijnseconomie te versnellen.

We roepen…

  • burgers op om actiever deel te nemen aan organisaties om de democratisering van de samenleving te versnellen;
  • de media op om meer te spreken over de welzijnseconomie in plaats van continu te refereren naar BBP en hem te distantiëren van speciale belangengroepen;
  • de private sector, inclusief de financiële sector op om publiek-private samenwerkingen te ontwikkelen en te verschuiven naar sociale bedrijfsmodellen;
  • lokale overheden op om de totstandkoming van burgerberaden te steunen en om lokale circulaire hubs te ontwikkelen;
  • onderzoekers en academici op om de BBP hegemonie uit te dagen en om hun onderzoek uit te breiden naar mogelijkheden om tot een welzijnseconomie te komen;
  • denktanks en NGO’s op om bruggen te bouwen die leiden geven aan private en publieke actoren om meer sociaal-relevante rollen te verwezenlijken;
  • nationale overheden op om voorzichtiger om te gaan met privatisering en marktwerking, om de opbrengsten van haar R&D investeringen niet volledig weg te geven, haar essentiële werknemers beter te belonen, de verzorgingsstaat te vernieuwen, en om haar afhankelijkheid van banken af te laten nemen;
  • … en tot slot, instituties van de Europese Unie op om een fiscale unie te overwegen die mogelijk in staat zijn om inkomensongelijkheid kunnen aanpakken, het EU ETS te herontwerpen en om meer belasting te heffen over alle vormen van ecologische degradatie. Ook vragen we hen om meer richting te geven aan de industrie, te beginnen met publieke geldcreatie, het reguleren van complexe financiële producten, het stoppen van stimuleren van financiering via schuld middels belasting en tot slot om het financiële systeem meer divers te maken.

Post/artikel mogelijk gemaakt door