HEMA verkeert in zwaar weer. Onderhandelingen tussen eigenaar Marcel Boekhoorn en de schuldeisers lopen stroef, er wordt zelfs gesproken over staatssteun. Maar er is iets vreemds aan de hand. Afgezien van een verkoopdip in verband met corona is HEMA al jaren winstgevend. Het heeft een stevige reputatie bij het publiek en is in veel binnensteden een belangrijke sfeerbepaler.

HEMA heeft een wankele financiële positie omdat durfkapitalisten het bedrijf hebben uitgekleed door al het vastgoed te verkopen en het bedrijf vol te hangen met schulden. Het is de schuldenlast die HEMA nekt: de jaarlijkse rentebetalingen zijn nauwelijks op te brengen. Boekhoorn nam het uitgeklede bedrijf over in 2018 maar heeft de schuld niet gesaneerd.

Dan nu staatssteun voor HEMA? Waanzin, aldus allerlei experts. Er is geen goede reden om HEMA zomaar overeind te houden met belastinggeld. Als een bedrijf niet levensvatbaar is, is dat onzinnig. En het is oneerlijk naar de concurrentie, en de eigenaar zou eerst maar eens moeten bloeden.

Schuldfinanciering

Toch is dit te kort door de bocht. HEMA is een ‘gewoon’ bedrijf in de zin dat het spullen verkoopt in een vrij rechttoe rechtaan markt zonder excessieve risico’s of sterk fluctuerende rendementen. Een bedrijf dat fundamenteel ongeschikt is om in handen te zijn van investeringsfondsen met andere doelen en andere risicoprofielen. Fondsen die methodes met schuldfinanciering en belastingtrucs hanteren waar sowieso serieuze vraagtekens bij te plaatsen zijn, maar die zeker niet passen bij deze markt en dit merk.

Anders dan V&D dat gewoon de boot miste, maakt de HEMA operationele winst. Door de schuldenlast is het bedrijf slachtoffer van een type kapitalisme dat in deze vorm al vele jaren terug aangepakt had moeten worden. Moet de overheid dan toch in actie komen? Ja, maar niet zomaar: maak van HEMA een coöperatie.

Als HEMA bij de overheid aanklopt, kan het volgende scenario gevolgd worden. Eerst mag miljardair Boekhoorn uitgekleed worden tot aan zijn HEMA-onderbroek. Wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten, dat zal hij als doorgewinterde ondernemer toch snappen. Anders dan hij beloofde, heeft hij de schuld van HEMA niet omlaag gebracht.

Uitholling binnensteden

Vervolgens heeft het geen zin om HEMA onder te brengen bij alweer een nieuwe Angelsaksische sprinkhaan. Veel beter is het om HEMA failliet te laten gaan, om er daarna een coöperatie van te maken. Duizenden banen worden dan gered en bovendien wordt nog een direct publiek belang gediend: de verdere uitholling van veel binnensteden wordt een halt toegeroepen. HEMA zou zo voorop kunnen lopen in de ontwikkeling naar een andere vorm van ondernemen, die past bij dit merk, en een ander soort markteconomie: democratisch kapitalisme. Ingrijpen van de overheid is gerechtvaardigd als het gaat om het faciliteren van deze transitie.

Een coöperatie is een prima vorm om een sterk merk onder gewone marktcondities te laten functioneren. Het is een vorm van gedeeld eigendom door klanten, werknemers en institutionele beleggers of andere partijen die geïnteresseerd zijn in de lange termijn. Burgers kunnen voor bijvoorbeeld 1000 euro instappen, waar ze een bescheiden rendement op krijgen. Loyaliteit wordt geregeld door de participanten korting op alle HEMA-aanschaf te geven: tegelijk een aanjager voor de omzet. Bovendien wordt de naam van HEMA bij het publiek positiever en vergroot het zijn gun-factor: eerst kijken of HEMA het heeft, daarna pas elders kijken. Participanten kunnen te allen tijde de nominale waarde van de inzet terugvragen.

Maar met klanten alleen haalt HEMA nooit voldoende kapitaal op. Het bedrijf leent zich meer voor een coöperatie à la Rabobank, met verschillende stakeholders. Werknemers van HEMA krijgen dan een speciale participanten-status en ook andere partijen kunnen instappen. In een ledenraad worden de verhoudingen tussen de diverse typen stakeholders geregeld. De leden zijn meer dan financiële participanten; ze vormen gezamenlijk het bedrijf.

Faciliterende overheid

Het mes snijdt aan vele kanten. De kapitalistische economie wordt gedemocratiseerd op een oude en beproefde manier. De Rabobank, Friesland Campina, de bloemenveiling: allemaal levensvatbare coöperaties sinds jaar en dag. Het is gezond dat er verschillende vormen van financiering naast elkaar bestaan in een land en het is in ieder geval een slecht idee als financieringsconstructies uit de venture capital-wereld worden gebruikt in bedrijfstakken die daar fundamenteel ongeschikt voor zijn. Denk aan het onthutsende debacle met kinderdagverblijf Estro/Small Steps.

De rol van de overheid is in een dergelijk scenario faciliterend. Ze biedt participanten tijdelijk veiligheid: iets heel anders dan staatssteun. De overheid functioneert als tijdelijke investeerder en procesbegeleider. De steun staat nadrukkelijk in het teken van het verbeteren en vernieuwen van het ondernemersklimaat en het redden van de binnensteden. Zo krijgt een nieuwe en positieve voorbeeldfunctie van de overheid gestalte, in plaats van dat het juridische rugdekking geeft aan sprinkhaankapitalisme en belastingontwijking.

En als er te weinig participanten aangetrokken worden tot de ‘worst’ van de coöperatie? Dan heeft HEMA kennelijk een te lage gunfactor en krijgen de criticasters alsnog gelijk. Ook dan werkt het democratisch kapitalisme, maar dan de andere kant op. Het is te vroeg voor een dergelijk pessimisme. HEMA een coöperatie, het is het proberen waard.


Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 12 juni 2020