De hoopbarometer als (potentieel) beleidsinstrument

Lezing door theoloog Patrick Nullens en socioloog/econoom Martijn Burger tijdens ERGO Xtra I (4 oktober 2017). Deze presentatie is voortgekomen uit het project ‘Hoop als Drijfveer‘, gefinancierd door de Goldschmeding Foundation voor Mens, Werk en Economie. Martijn Burger is daarnaast ondermeer onderzoeker in het Goede Markten onderzoeksproject dat aan de basis staat van deze website.

Abstract

Hoop is een belangrijke factor te zijn voor verhoogde prestatie, toewijding, weerbaarheid, tevredenheid en welbevinden (Reichard et al., 2013). Hoop als psychologisch kapitaal leidt tot de vraag naar competent en moreel leiderschap. Grootschalig internationaal onderzoek (Kouzes & Posner, 2007) toont dat volgers van leiders verwachten dat ze eerlijk zijn en dat ze het vermogen hebben om vooruit te kijken (forward looking). Deze tweede verwachting zou het onderscheidende kenmerk van leiderschap zijn en onderstreept het belang van hoop als leiderschapskwaliteit.

Vreemd genoeg zijn de wetenschappelijke studies rondom hoop en leiderschapstheorie nog erg beperkt. Meestal gebruikt men het cognitieve hoopmodel van Snyder. Snyders’ nadruk op doelgerichtheid en het vermogen om steeds nieuwe wegen te bedenken sluit aan bij de nadruk op cognitie en prestatie in organisaties (Luthans & Jensen, 2002; Reichard et al., 2013). Deze benadering is te beperkt in het licht van mensbeeld, leiderschapstheorie, functioneren van een organisatie en vooral een ruimere hoopbegrip dat we de laatste paar jaar interdisciplinair hebben bestudeerd.

Als normatieve leiderschapstheorie (Northouse, 2015) kiezen we het model van dienend leiderschap (Greenleaf, 2002) als vetrekpunt, aangevuld met het breed onderzochte transformationeel leiderschap (Burns, Bass). Dienend leiderschap past bij een relationeel mensbeeld, simultane belangenbehartiging en vertrouwen als kernwaarde voor groei (Rupert, 2015; Bruni, 2012). Volgens Greenleaf behoort naast dienstbaarheid vooruitziendheid (foresight) tot de kernethiek van een leider. Volgens Greenleaf is een een gebrek aan toekomstgerichtheid niet alleen incompetent, het is zelfs immoreel.

De hoopbarometer die wij voorstellen heeft zeven dimensies waarbij er naast het cognitieve ook aandacht is voor de emotionele, levensbeschouwelijke, institutionele en ethische componenten (Burger et al., 2017). Vanuit een bredere meting verwachten we een duidelijker beeld te krijgen van hoop als psychologisch kapitaal in een organisatie/onderneming/samenleving. Onze hoopbarometer kan in de toekomst worden gerelateerd met beproefde metingen van leiderschap (Servant Leadership Questionaire, Transformational Leadership Scale).

Uiteindelijk komen we bij de vraag: hoe dienend en transformationeel leiderschap in moeilijke omstandigheden hoop op een juiste wijze kan implementeren? De omvattende kijk op het fenomeen hoop als drijfveer en de hoopbarometer draagt bij tot een leiderschapsmodel dat zich richt op ‘human flourishing’, innovatie, weerbaarheid en verbinding.