Naar aanleiding van de perikelen rond VVD-voorzitter Henry Keizer bekritiseerde Stevo Akkerman in een felle column de moraal van de markt. Zijn conclusie was dat een maatschappelijk betrokken vereniging door toedoen van de markt veranderde in een geldmachine. De auteur eindigt dramatisch met ‘De moraal van de vrije markt drukt zelfs bij de behandeling van onze doden elke andere moraal weg’.
“De markt wekt alleen immoreel gedrag op als men van de markt een karikatuur maakt”
Wij hebben begrip voor Akkermans verontwaardiging, alleen trekt hij de verkeerde conclusie. De markt wekt alleen immoreel gedrag op als men van de markt een karikatuur maakt. Keizer komt er bij de columnist makkelijk vanaf, want niet hij maar ‘de vrije markt’ is verantwoordelijk. Alsof de markt geen moraal nodig heeft en zelfs veronderstelt.
In haar boek ‘Bourgeois Virtue’ legt Deirdre McCloskey uit dat de markt voor goed functioneren juist allerlei deugden vraagt: eerlijkheid, bezonnenheid, zelfs liefde. Daar waar deze beoefend worden, kan de markt bloeien. Markten worden gekenmerkt door vrijheid (je kunt kiezen wat je wat koopt) en ‘prudentia’ (je kunt je euro maar één keer uitgeven). Die beide eigenschappen hebben door de eeuwen heen geleid tot innovatie, de noodzaak om samen te werken en tot majeure welvaartstijgingen voor de wereldbevolking.
Kwaadwillend gedrag
Door de vrijheid en innovatie worden markten ook gekenmerkt door risico’s. Ondernemers moeten risico’s nemen en als dat goed afloopt ontstaat er iets moois. Soms loopt het niet goed af, dan gaan bedrijven failliet.
Het risico bestaat dat dit gezonde mechanisme wordt verstoord door kwaadwillend gedrag. Zo kunnen consumenten misleid worden door valse voorstellingen van zaken en de spreekwoordelijke kat in de zak kopen. Ook kunnen bedrijven die eigenlijk niet goed functioneren door trucs toch overleven en bepaalde mensen onevenredig bevoordelen. Vroeg of laat komt dit vrijwel altijd uit. Op dramatische wijze kan dat zelfs tot een financiële crisis leiden, zoals we recentelijk hebben ondervonden.
“Langdurig succesvolle ondernemingen zorgen er voor dat het eigen belang en het maatschappelijke belang met elkaar in balans zijn”
Het misverstand dat het de markt zelf is die kwestieus gedrag aanwakkert, komt door de associatie die veel mensen hebben met markten. Het zou alleen over geld, winst en hebzucht gaan. Deze karikatuur van de markt doet geen recht aan de realiteit.
Markten zijn fundamenteel gebaseerd op samenwerking. In een markt voegt een ondernemer alleen waarde toe als die zich verdiept in de klant, samenwerkt met leveranciers en met allerlei partijen die kunnen helpen met het realiseren van waarde.
Langdurig succesvolle ondernemingen zorgen er voor dat het eigen belang en het maatschappelijke belang met elkaar in balans zijn. Op de lange termijn functioneert de markt niet alleen als economisch maar ook als moreel filter, omdat graaiers door het ijs zakken.
Snel scoren
De keerzijde is dat het filter op korte termijn niet altijd werkt omdat mensen even snel willen scoren. De Facultatieve waarbij Keizer is betrokken, is niet het eerste en zal ook niet het laatste voorbeeld zijn van een bedrijf dat de grenzen van het betamelijke opzoekt of overschrijdt. Maar duurzaam is dat niet. Vandaar dat Keizer nu in de problemen zit. Het is aan ondernemers zelf om moreel integer te handelen en niet alleen te kijken wat er wettelijk nog net mogelijk is. Daarnaast is het ook aan de media, politiek en de rechterlijke macht om misstanden op te sporen.
Om uit die misstanden de conclusie te trekken dat de markt als institutie niet deugt, spoort niet met vele eeuwen economische empirie. Het is bizar om een institutie waar het overgrote deel van onze samenleving dagelijks in actief is, van baan tot supermarkt, als intrinsiek immoreel af te schrijven. Beter is het grondig na te denken over hoe we de moraliteit van de markt voortdurend kunnen stimuleren.
De auteurs zijn betrokken bij het onderzoeksproject ‘What Good Markets Are Good For‘, gefinancierd door Templeton World Charity Foundation (moralmarkets.org).