Wie is er niet voor een samenleving met een economie waarin de aandacht is verschoven van welvaart naar welzijn, van groei naar bloei en van winst naar waarden? Een economie die bovendien een voertuig van zingeving is omdat deze gekenmerkt wordt door empathie, solidariteit en compassie? Het gaat hier om het inbrengen van ‘nieuwe liefde’ in de economie.
Een dergelijke economie vergt een ingrijpende en complexe transitie. Dat hangt samen met de ingewikkelde mondiale verwevenheid van economie en samenleving. Economische ontwikkeling en armoedebestrijding in het Zuiden én het Noorden en de bescherming van natuur, milieu en klimaat hangen structureel met elkaar samen. De Duurzame Ontwikkelingsdoelen (2015) zijn een recente uitdrukking van deze samenhang tussen verschillende thema’s en tussen verschillende landen en regio’s en beogen een verbetering op vele fronten.
Die complexiteit maakt dat deze transitie niet vanuit één punt en met een vooropgezet plan ‘maakbaar’ is. Er is een veelheid aan actoren nodig, van burgers en bedrijven, regeringen en internationale NGO’s. En omdat de economie ingrijpt in alle domeinen van het (samen)leven, zal ook vanuit al die domeinen een bijdrage geleverd moeten worden aan de transitie naar een nieuwe economie. De aanpak moet daarbij flexibel, experimenterend en improviserend zijn, praktisch en activistisch en tegelijkertijd onderzoekend en reflecterend.
Rondom deze gedachten zijn in Nederland inmiddels diverse organisaties en netwerken actief, zoals het Platform Duurzame en Solidaire Economie en het Sustainable Finance Lab. Ook in wat meer gevestigde organisaties en netwerken wordt hieraan gewerkt. Bovendien ontstaan er ook binnen en tussen ondernemingen initiatieven in de richting van een meer menswaardige economie.
Startweekend nieuwe economie
Onlangs vond een startweekend plaats op initiatief van FNV, Milieudefensie, Transnational Institute en het Platform Duurzame en Solidaire Economie. Het weekend kende een grote diversiteit: van jong tot gevorderde leeftijd, van (sociaal) ondernemer tot anti –TTIP-activist, van milieubeschermer tot zorgverlener. Door die diversiteit was er een goede energie in het weekend. De sfeer was open. Er was zo goed als geen (polariserend) debat, wel veel constructieve, oplossingsgerichte dialoog. Dat leverde mooie ideeën op voor wat die Nieuwe Economie zou moeten behelzen, een aantal elementaire bouwstenen voor de basishouding erachter – van winst naar waarde(n), relatie mens en natuur, economie ten dienste van mensen in plaats van omgekeerd, van welvaart naar welzijn – en een groot aantal acties/activiteiten voor 2017. Wat nog ontbrak is helderheid over de strategie, rollen en taakverdeling, op basis van analyse van actoren, macht, aanwezige energie, kansen en weerstanden.
Dat laatste is wel degelijk van belang. Een dergelijke transitie vergt andere verhoudingen tussen overheden, bedrijven, burgers en organisaties. Daarvoor is samenwerking nodig tussen partijen die niet altijd elkaars meest geliefde partner zijn. Het gaat om een economie niet alleen vóór iedereen maar ook ván iedereen; waarin iedereen zich thuis voelt en zinvolle bijdragen aan levert. Er is ruimte nodig om vanuit diverse invalshoeken te experimenteren, zonder elkaar op voorhand te verketteren. Er is vertrouwen nodig én een positief-kritische benadering van elkaar.
Willen al die partijen – overheden, bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties – zich wel echt voor die transitie inzetten? Durven ze die open samenwerking aan? Vertrouwen ze elkaar? Biedt een bijgestelde kapitalistische markteconomie daarvoor voldoende ruimte?
Die vragen stellen Oikos en Vice Versa, in samenwerking met diverse verbanden, aan de orde in een conferentie die op 2 november plaatsvindt op De Horst in Driebergen. We bekijken de transitie naar een nieuwe economie met een mondiale blik en een focus op Nederland. Geheel in de geest van de nieuwe Duurzame Ontwikkelingsdoelen en aansluitend bij de missie van Oikos en Vice Versa brengen we professionals uit de wereld van ontwikkelingssamenwerking samen met die van het streven naar duurzaamheid en armoedebestrijding in Nederland. We brengen hen in gesprek met vertegenwoordigers van overheden en bedrijven en met denkers en doeners op het terrein van economische vernieuwing. We werken toe naar uitspraken over de vraag op welke wijze overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties gezamenlijk verantwoordelijkheid willen nemen voor een ‘economie van én voor iedereen’.
Daarnaast werken Oikos en Vice Versa aan een Kennisdossier Nieuwe Economie. Dat kan fungeren als een ‘focal point’, waarin ontwikkelde kennis en ideeën verzameld worden, met elkaar verbonden worden, elkaar kunnen aanvullen en aan elkaar getoetst kunnen worden. Weliswaar moeten en mogen er in die beweging – gezien de complexe wereld waarin we leven – duizend bloemen bloeien. Maar – om in de metafoor te blijven – het is nuttig daarvan een zaad- of genenbank aan te leggen. Zo nu en dan moeten er bruikbare en mooie boeketten samengesteld worden, moeten sommige bloemen extra water en voedingsstoffen krijgen en moet er misschien eens gewied en geselecteerd worden. Dat tuinier- en bloemistenwerk kan rond het Kennisdossier plaatsvinden. We streven naar samenwerking met het pas gestarte onderzoeksprogramma What Good Markets Are Good For van vier Nederlandse universiteiten. Een economie van en voor iedereen vergt samenwerking, volharding en kritische reflectie. In het najaar van 2017 laten Oikos en Vice Versa zien wat hun toegevoegde waarde is.
Christiaan Hogenhuis, Stichting Oikos